Eugene Van Doren was eind 19e eeuw klarinettist bij de Parijse Opera. Blazers maakten hun eigen rieten. Eugene Van Doren – die ook ingenieur was – kreeg zoveel complimenten over zijn rieten, dat hij besloot ze te gaan verkopen. Midden in zijn eetkamer aan de Rue André del Sarte bouwde hij een speciale machine, die veel weg had van een naaimachine.
Zijn rieten waren meteen een succes en nadat hij in 1905 een officieel rieten-bedrijf begon op de Rue Lepic (vlak bij de Montmartre), had hij nauwelijks meer tijd om klarinet te spelen.
Zoon Robert speelde ook klarinet en studeerde af aan het Conservatorium van Parijs. In 1928 maakte hij de grote oversteek: als een van de eerste Franse klarinettisten speelde hij als solist in de Radio City Music Hall in New York. Zo ontdekte men in de Verenigde Staten ook de Vandoren-rieten, waardoor de vraag naar de rieten enorm toenam.
Ook Robert Van Doren verruilde zijn muzikantenbestaan voor de rietenfabriek en nam al snel de leiding van het bedrijf over. In 1935 kocht hij een braakliggend terrein aan de Rue Lepic 56, waar het hoofdkwartier van Vandoren nog steeds is gevestigd. Hij begon ook met het ontwikkelen van een eigen mondstuk, de beroemde 5RV die nog immer populair is onder professionele muzikanten.
Roberts zoon Bernard trad in 1967 toe tot het bedrijf en ook hij had een technische knobbel, net als zijn grootvader. Met nieuwe, zeer nauwkeurige machines ontwikkelde hij ook weer nieuwe mondstukken, zoals de B45. De werkplaats werd verhuisd naar Bormes les Mimosas (nabij St. Tropez) in het zuiden van Frankrijk, vlak bij de rietvelden.
In het hoofdkwartier in Parijs bevinden zich niet alleen kantoren, maar ook oefenruimtes en een gespecialiseerde bladmuziekwinkel voor klarinet en saxofoon. De laatste tien jaar houdt het bedrijf zich intensief bezig met innovaties om het milieu te sparen.
Bekijk hier de video over de geschiedenis van Vandoren, het meest beroemde rietenmerk ter wereld.